In gesprek met…Daan van Rooijen
Daan werkt vanuit zijn passie als associate lector bij het lectoraat Kunststoftechnologie van Stenden. Daan: “Ik heb veel met natuur. We hebben maar één aarde en daar moeten we zuinig op zijn. De rijkdom en biodiversiteit die we om ons heen hebben, wanneer je kijkt naar het leven, is uniek en moeten we koesteren. Nu zijn we als mensheid zeer goed in het kapot maken van deze rijkdom. Denk bijvoorbeeld aan het kappen van oerbossen, het uitputten van de aarde of het vervuilen van onze zeeën. Ik roep daarin niet dat het niet mag, maar kijk naar technologische oplossingen om het anders te doen. Vanuit mijn expertise zoek ik actief naar mogelijkheden om bijvoorbeeld producten als staal en hardhout te vervangen door biopolymeren en biocomposieten. Daarin wil ik niet naar kleinschalige oplossingen, maar naar manieren om substantiële veranderingen teweeg te brengen.”
Wanneer je deze passie doortrekt naar je betrokkenheid bij Green PAC, wat betekent Green PAC dan voor jou?
“Green PAC is voor mij een bron van innovaties in de polymeer- en composietindustrie. Deze industrieën hebben de laatste jaren al veel winst geboekt ten opzichte van hout, staal en beton. Vooral wanneer je kijkt naar de effecten op het milieu. Het mooie van werken bij Green PAC vind ik daarom dat we kijken naar nieuwe polymeren en composieten op basis van hernieuwbare grondstoffen. We moeten toe naar een wereld waarin we onze aarde niet langer uitputten, waarin we geen olie meer gebruiken en waar we niet langer alleen maar kijken naar produceren, consumeren en weggooien. Green PAC speelt daar naar mijn idee een belangrijke rol in.”
Nu wil je graag substantiële veranderingen teweeg brengen. Hoe doe je dat wanneer je kijkt naar je werk bij Green PAC?
Binnen Green PAC ben ik betrokken bij verschillende projecten. Het mooie van deze projecten is dat ze allen een biobased component bevatten. Zo doe ik werkzaamheden binnen de projecten Biobased Woningbouw, Biobased Fietspad en Taplay Robot.
In het verleden heb ik me daarnaast bezig gehouden met het project Biobrug. Dit project richtte zich op het ontwikkelen van een voetgangersbrug in WILDLANDS Adventure Zoo, die naast een overbrugging ook klapbaar moest zijn. Nu is deze brug opgeleverd en werkt naar behoren, maar was eigenlijk nog maar een klein voorproefje van wat we met biocomposieten kunnen doen. In Friesland hebben ze dat gezien en gaan we nu vanuit Green PAC samen met een consortium van bedrijven en de NHL aan de slag met het bouwen van een biobased klapbare fietsbrug van maar liefst 17 meter. En dat is een echte uitdaging die substantiële verandering teweeg kan brengen in deze sector!
Vanuit Green PAC richten we ons in dit project vooral op de onderzoekrol. Welk biobased materiaal kun je het best gebruiken én is sterk genoeg om de complexe belasting van de brug te dragen.”
Dat laatste klinkt als een zeer grote uitdaging.
“En dat is het ook. Wanneer we dit goed doen dan maken we een enorme winst. Nergens in Nederland is een dergelijke constructie daadwerkelijk van biocomposiet gebouwd. Ik durf het zelfs breder te stellen, nergens ter wereld is dit gedaan. Met het project willen we dus echt laten zien dat een brug van biobased materiaal (biocomposiet) niet langer onder doet voor een brug van bijvoorbeeld staal. En daarmee laten we weer zien dat je van dit materiaal bijvoorbeeld ook een wolkenkrabber kunt bouwen. Deze brug is in die zin een soort graadmeter voor het gebruik van biocomposieten in andere bouwtechnische en infrastructurele werken. Slaagt dit project, dan zetten we de huidige bouwwereld op z’n kop! In deze sector is de algemene opvatting nu toch nog vaak: biocomposiet daar kun je niets mee.
Door met dit voorbeeld aan te tonen dat biobased composiet een vergelijkbare sterkte en duurzaamheid kan hebben als staal, dragen we bij aan een nieuwe manier van bouwen. Een die grote voordelen biedt op het gebied van milieuwinst én productiekosten.”
Spannend!?
“Jazeker zoals ik al zei er is nog nergens ter wereld een dergelijk project uitgevoerd. Het Centre of Expertise Biobased Economy werkt wel aan een project om de potentie te onderzoeken van een biocomposieten brug, maar er wordt geen daadwerkelijke brug gerealiseerd. De brug die we in Frieslang gaan bouwen wordt wél echt gerealiseerd en gebruikt. Bovendien wordt hij wel 20 keer zo groot als de brug in WILDLANDS. Moet hij voldoen aan alle eisen die aan bruggen worden gesteld, niet alleen qua sterkte en levensduur, maar ook qua veiligheid. En juist daardoor is het een project dat er echt toe doet. De Biobrug in WILDLANDS was een goede oefening, nu gaan we voor het grote werk!”
En hoe krijgt het onderwijscomponent plek in dit project?
“Dat is wel een goeie vraag. In dit project werken we met drie HBO instellingen. Stenden en Windesheim vanuit Green PAC en de NHL. Vanuit Stenden zullen we vooral studenten en docenten inzetten op het berekenen van de materiaaleigenschappen, welk materiaal is het best, hoe lang gaat het mee, welke verhouding krijgt het materiaal en hoe is het toe te passen. Vanuit Windesheim wordt vooral gekeken naar de constructie van de brug. Hoe past biocomposiet daar het beste in, zij kijken dus meer naar het stuk engineering en design. De NHL kijkt vooral mee vanuit haar kennis over wegen en gewone bouw.”
Nu heb je het over HBO instellingen die bijdragen in het project. Wordt er ook nog universitaire kennis ingevlogen?
“Jazeker. Ook de TU Delft wordt bij het project betrokken. Zij staan vooral aan de lat om relevante fundamentele kennis aan te dragen die wij vervolgens als HBO instellingen om kunnen zetten in toegepast onderzoek. En juist dat is een toegevoegde waarde om hoger en universitair onderzoek in dit project samen te laten komen. Waar de TU Delft zich bezig houdt met fundamentele oplossingen op een hoger niveau, kunnen wij ons als HBO instellingen binnen Green PAC meer richten op de toepassing ervan in de praktijk.”
Nu is een belangrijk doel van Green PAC om kennis te delen en te verspreiden. Hoe zie je dat dat gebeurt? Welke vernieuwingen brengen de projecten met zich mee. Voor het onderwijs maar ook voor het bedrijfsleven?
“Je ziet veel dat de studenten traditioneel worden opgeleid. Binnen de ontwikkelingen rond composieten zie je daarnaast ook dat er veel nieuwe materialen (met de daarbij horende kennis) ontstaan. Ook binnen Green PAC realiseren we mooie dingen rond die ontwikkelingen.
Vanuit Green PAC vinden we het daarom belangrijk om het onderwijsaanbod te blijven vernieuwen. Denk bijvoorbeeld aan nieuwe opleidingen en minors over bijvoorbeeld bioharsen. Het actief delen van kennis over nieuwe composieten in lesprogramma’s en schoolprojecten ontwikkelen die aansluiten op de praktijk. Zo is ons onderwijsaanbod altijd actueel. De markt vraagt een bepaald het soort studenten dat ze wenst. Die leiden we op met de meest actuele inzichten vanuit diezelfde markt en zo wordt nieuwe kennis langzaam ingebed in het bedrijfsleven.”
Redeneren we vervolgens verder. Waarom zou een bedrijf kiezen voor samenwerking met Green PAC? Wat is de grote plus?
“Een bedrijf dat kiest voor samenwerking met Green PAC kan zijn kennis en daardoor marktpositie versterken. Door de samenwerking met een hogeschool kun je dat duurzaam verankeren. En dat biedt voordelen die kunnen leiden tot structurele samenwerking. Ën juist dat is weer een goede basis voor de toekomst van een bedrijf. Zij blijven innovatief en voorlopen in hun markt.”
Wanneer je kijkt naar de toekomst rond kunststoffen, hoe zie je daar de rol van Green PAC in?
“Het gebruik van biobased kunststoffen groeit al jaren met 20% per jaar. Dat moet ook wel want de druk vanuit de samenleving om te vergroenen in deze sector is steeds groter.
Ik denk dat we vanuit Green PAC in de toekomst vooral in moeten blijven zetten op het ontwikkelen van hoogwaardige toepassingen voor biobased kunststof. Het is eigenlijk doodzonde om kunststoffen laagwaardig te gebruiken. Helemaal nu we nog niet op kunnen tegen de lage prijs van olie (als je bv kijkt naar verpakkingsindustrie). De focus in de nabije toekomst ligt voor Green PAC dus vooral in die hoogwaardigheid.”
En wat mis je nog binnen Green PAC?
“Vaak doen we nu projecten die een bepaalde tool of een prototype opleveren. Wat ik graag wil zien is dat we projecten kunnen draaien met proefproducties. Dus grotere hoeveelheden maken op een pilotplant, zodat we met het optimaliseren van productieprocessen aan de slag kunnen. Dus de echte maakprocessen. Eigenlijk is het de vervolgstap op onze eerdere projecten waarin we een tool of prototype hebben geleverd. Het op die manier samen met het bedrijfsleven verder ontwikkelen van machines en productieprocessen, is in mijn ogen de zogenaamde valorisatie die je wilt.”